F  C | F  C F |

[Verse 1]
 F                              
Zoveel duizend jaar terug, ons land was enkel zee
  Bb           C    G              C
Dronk men in China uit verveling thee
 F
Maar wat een geluk voor ons, kwamen zij toen niet naar hier
      Bb              Am                    G            F
Maar Batje Vier kwam langs de Rijn op een lekker vatje bier


[Chorus]
     F                 F6            F
Al kreeg 'ie nooit 't lintje van verdienste op z’n borst
 Bb          C      G                    C
Dankzij de brouwer hebben we nooit meer dorst neeneeneenee
     F
Dus maak je borst en je glas maar nat en zeg ons plechtig na
 Bb                  Am                  G            F
Leve de man die het bier uitvond van je hieperdepiep hoera.

[Post-chorus]
 F
Leve de man die het bier uitvond
N.C.
Jajaja jong dat weten we nu wel


[Verse 2]
   F
En in Biervliet woonde een man, Jan-Willem Beukelszoon
Bb              C      G                    C
Dat 'ie haring kaakte vindt men nu heel gewoon
 F
Maar hij heeft dat idee vast bij een biertje opgedaan
    Bb               Am              G                  F
't Bier daar vliedde lustig zo kwam Biervliet aan zijn naam.


[Chorus]
     F                 F6            F
Al kreeg 'ie nooit 't lintje van verdienste op z’n borst
 Bb          C      G                    C
Dankzij de brouwer hebben we nooit meer dorst neeneeneenee
     F
Dus maak je borst en je glas maar nat en zeg ons plechtig na
 Bb                  Am                  G            F
Leve de man die het bier uitvond van je hieperdepiep hoera.

[Post-chorus]
 F
Leve de man die...
N.C.
Jajaja alsjeblieft het is goed


[Verse 3]
         F
Nee, de oude Griekse tijd, dat zou voor ons niks zijn
 Bb                  C        G             C
Daar gaven ze voor straf een giftige beker wijn.
 F
Als 't nou bier geweest was dan dronk je 't met plezier
Bb              Am              G             F
Dan zaten alle Grieken nou nog levenslang op bier


[Chorus]
     F                 F6            F
Al kreeg 'ie nooit 't lintje van verdienste op z’n borst
 Bb          C      G                    C
Dankzij de brouwer hebben we nooit meer dorst neeneeneenee
     F
Dus maak je borst en je glas maar nat en zeg ons plechtig na
 Bb                  Am                  G            F
Leve de man die het bier uitvond van je hieperdepiep hoera.

[Post-chorus]
 F
Leve de man...
N.C.
Jajaja 't is goed, 't is goed


[Verse 4]
       F
Ja we danken nu bij deze de ontdekker van ’t glas
   Bb             C        G                   C
De maker van het vat, van tapkraan en koolzuurgas
      F
Maar voor de allergrootste, voor hem houden wij hier
 Bb           Am                G              F
Drie seconde stilte voor de ontdekker van het bier
N.C.
Een twee drie


[Chorus]
     F                 F6            F
Al kreeg 'ie nooit 't lintje van verdienste op z’n borst
 Bb          C      G                    C
Dankzij de brouwer hebben we nooit meer dorst neeneeneenee
     F
Dus maak je borst en je glas maar nat en zeg ons plechtig na
 Bb                  Am                  G            F
Leve de man die het bier uitvond van je hieperdepiep hoera.


[Outro]
N.C.
Hiephiephiephiep    Hoeraaaa