Am    G  C
E     E7 Am
Dm    G  C
E  Dm F  E
Am Dm F  E7

[Verse 1]
Am                        G                   C
Onderweg ben ik zigeuner, onderweg ben ik een kind
E                               E7            Am
Van de rusteloze wegen op vier wielen, welgezind
        Dm                                  G          C
Op vier wielen wil ik vluchten, weg uit het nauwe vaderland
         E              Dm              F               E
Naar het bergland en de rotsen, met een bos aan de waterkant
         Am             Dm              F          E7
Naar het bergland en de rotsen, met een bos aan de waterkant

[Verse 2]
Am                                    G           C
Onderweg daar zit je veilig, onder uw blikken autodak
       E                       E7               Am
Je mag jodelen en zingen in uw rammelende rammelbak
     Dm                             G                C
Onderweg leer je vergeten, gisteren ligt, ver achter U
        E               Dm           F                E
En voor morgen nog geen zorgen, onderweg is 't altijd nu
     Am              Dm           F                E7
Voor morgen nog geen zorgen, onderweg is 't altijd nu

[Verse 3]
   Am                                G               C
Je passeert langs kathedralen, en je duizelt keer op keer
        E                            E7            Am
Van die stoetmoedige dromen, van die bouwers van weleer
      Dm                                 G             C
En zo leer je blind vertrouwen, vorderen ondanks brute pech
          E             Dm               F                E
Wuif veel liever dan te vloeken, naar de kinders langs de weg
          Am            Dm               F                E7
Wuif veel liever dan te vloeken, naar de kinders langs de weg

[Verse 4]
      Am                            G              C
En je loopt door de paleizen met uw hoofd vol romantiek
         E                            E7           Am
Maar uit krotten en ruïnes, klinkt er klaaglijke muziek
         Dm                           G                  C
Deelt uw brood met lotgenoten, zoveel zwervers grauw van vel
         E             Dm            F             E
Langs de gloeiend hete wegen, steden vol kommer en kwel
         Am            Dm            F             E7
Langs de gloeiend hete wegen, steden vol kommer en kwel

[Verse 5]
     Am                                  G                 C
Onderweg, op markten en pleinen, vind je volk, mild en gastvrij
            E                            E7             Am
Dat schenkt U met handen en voeten zoete vruchten, allerlei
      Dm                               G             C
En zo vind je ook uw geliefde, met nog jaren voor de boeg
       E           Dm               F              E
Van uw teder zacht beminde, daarvan krijg je nooit genoeg
       Am          Dm               F              E7
Van uw teder zacht beminde, daarvan krijg je nooit genoeg

[Verse 6]
     Am                        G                    C
Onderweg ben je nomade, soepel plooiend, speels van geest
        E                            E7          Am
Geeft U over aan de genade, je wordt vrij en onbevreesd
        Dm                             G               C
Want je botst met tegenstrevers, elken ding zegt zijne zeg
     E             Dm              F           E
Leer geduldig incasseren, van tegenliggers onderweg
  Am          Dm              F            E7
Geduldig incasseren, van tegenliggers onderweg

[Verse 7]
        Am                        G               C
Los van vastgeroeste ideeën, onderweg pluk je den dag
        E                         E7                    Am
Pelgrim ben je heel je leven, vorderen doe je liefst zigzag
         Dm                                  G           C
Haast u, haast u, uiterst langzaam, want het einddoel is bekend
          E             Dm              F              E
Daar valt weinig van te zeggen, niet bepaald een happy end
          Am            Dm              F              E7
Daar valt weinig van te zeggen, niet bepaald een happy end

[Verse 8]
         Am                             G               C
Ooit als kind ben ik vertrokken, zonder route, kaart of plan
     E                             E7               Am
Onderweg al heel m'n leven, wat is daar de zin toch van
    Dm                                G               C
Onderweg stel je geen vragen, voor hoelange nog en waarom
     E             Dm              F                     E
Onderweg ben je zigeuner, je reist voort en je ziet niet om
     Am            Dm              F                     E7
Onderweg ben je zigeuner, je reist voort en je ziet niet om

[Outro]
                Am
En je ziet niet om, en je ziet niet om, ziet niet om, ziet niet om, ziet niet om